1. Oorzaken van het versterkt broeikaseffect

Doel: Leerlingen begrijpen de oorzaken van het versterkt broeikaseffect en het verschil tussen het natuurlijke en versterkte broeikaseffect.

Vandaag is er geen twijfel meer mogelijk: 95 % van de wetenschappelijke studies tonen aan dat de huidige klimaatopwarming toe te schrijven is aan menselijke activiteit. Wetenschappers kunnen de verhoging van de temperatuur in de laatste honderd jaar niet verklaren als enkel natuurlijke fenomenen in acht worden genomen.

Het natuurlijk en versterkt broeikaseffect

De aarde ontvangt zonnestralen die het aardoppervlak opwarmen. Een deel van die warmte straalt terug de ruimte in. Gelukkig houden bepaalde gassen in de atmosfeer een deel van die warmte vast: dit is het natuurlijke broeikaseffect. Zonder dit effect zou het op aarde gemiddeld -18 °C zijn. Dankzij deze natuurlijke ‘warmtedeken’ is het leefbaar: de gemiddelde temperatuur is +15 °C.

Door menselijke activiteiten, zoals de verbranding van fossiele brandstoffen (olie, gas, steenkool), ontbossing, landbouw en industrie, komen er veel meer broeikasgassen in de atmosfeer terecht dan normaal. Daardoor wordt de warmtedeken dikker en houdt de atmosfeer meer warmte vast dan goed is. Dat is het versterkt broeikaseffect.

 

Klik op de afbeelding hiernaast indien je graag een duidelijk filmpje bekijkt waarin het natuurlijke en versterkte broeikaseffect uitgelegd worden. 

Welke broeikasgassen zijn er?

Onze atmosfeer bestaat voor minder dan 1 % uit broeikasgassen, maar die bepalen wel de temperatuur op aarde. De bekendste broeikasgassen zijn koolstofdioxide, methaan en lachgas. Er zijn ook nog minder bekende zoals CFC, HFC, ... . Onderstaande tabel en de link onder de tabel vertellen je meer over deze broeikasgassen. 

 

 

De Global Warming Potential (GWP - 5de kolom) vergelijkt hoe sterk een gas bijdraagt aan opwarming vergeleken met CO₂. Methaan is dus 25 keer krachtiger dan CO₂, al komt het minder vaak voor. F-gassen zijn extreem krachtig maar zeldzaam (±2% van uitstoot).

Stijgende CO₂-concentraties

De hoeveelheid koolstofdioxide (CO₂) in de atmosfeer is de laatste decennia sterk gestegen:

  • In 1960: ongeveer 320 ppm

  • In 2000: ongeveer 370 ppm

  • Sinds 2016: meer dan 400 ppm – een niveau dat we in de afgelopen 800.000 jaar niet zagen.

Deze stijging is zichtbaar in de Keelingcurve, een grafiek die sinds 1958 de CO₂-concentratie meet op Mauna Loa (Hawaï). De snelheid van de toename is ook ongezien: natuurlijke processen kunnen die niet verklaren, enkel menselijke invloed.

 

Waarom zijn sommige gassen géén broeikasgassen?

 

Niet elk gas kan warmte vasthouden. Alleen asymmetrische moleculen (met 3 of meer atomen, zoals CO₂ of CH₄) kunnen infraroodstraling absorberen. Symmetrische moleculen zoals O₂ (zuurstof) en N₂ (stikstof) kunnen dat niet, omdat hun elektrische lading niet verandert bij trilling.

Onderstaand filmpje laat je zien dat CO₂ wel degelijk warmte absorbeert.

Opdracht

Ga aan de slag met de opdracht over het broeikaseffect  en welke rol de mens hierin speelt. Neem rustig de tijd om de informatie goed te lezen en te begrijpen, zodat je de vragen correct kunt beantwoorden. Succes, en ontdek hoe wij als mens het klimaat beïnvloeden!

Beantwoord de vragen in de opdracht. Klik op het bookwidgets-symbool en de opdracht start automatisch.
Lukt het niet om de bookwidget hier te openen door beveiligingen op je laptop? Ga dan naar Oefeningen op Smartschool en kies daar de oefening 'Oefening 1 Broeikasgassen'.